opa
Opa is eerder getrouwd geweest. Dat wisten we. Maar oma wou het er nooit over hebben. Dat wisten we ook, dus we hadden het er niet over. Ze zijn allebei al een poosje dood, en ik was benieuwd.
Harm Jan en Klasina heetten ze. Ze waren jong en blij met elkaar. Ze trouwden en Klasina werd al snel zwanger. Maar ook ziek. Ze stierf, samen met haar kindje, en werd begraven, drieëntwintig jaar oud. Harm Jan moet verslagen geweest zijn. Nog geen acht maanden getrouwd en al weduwnaar. Hij trouwde drie jaar later met een meisje dat later mijn oma zou worden. Uit de verhalen weet ik dat hij driftig was. Het verhaal gaat dat soms op zondagochtend vóór kerktijd de schuifdeuren al uit de rails hingen.
Ik heb een kettinkje geërfd, met een medaillon. Aan de ene kant opa Harm Jan, aan de andere kant Klasina. Ineens, toen ik het eergisteren in de hand had en erover vertelde, realiseerde ik me: dat medaillon is gemaakt van een trouwring. Van één van beiden. Opa was namelijk goudsmid, hij kon dat. En hij deed dat. Hij heeft een mooie bestemming voor de ring gevonden die, toen hij met oma trouwde, eigenlijk een beetje overbodig was geworden.
De begraafplaatsmeneer heeft me verteld dat haar steen er nog staat. Al bijna 100 jaar. Een kleine steen, met haar naam en die van opa. Geliefde echtgenote. Geen kindje, het was nog niet geboren. Ik ga die steen maar eens schoonmaken. Een beetje aandacht kan geen kwaad, dacht ik zo.
Reageren is niet mogelijk