cake

cake‘Geen idee waar ze is’, zei oom. 90 en 91 zijn ze. 67 jaar getrouwd, 72 jaar samen. Ver weg zal ze niet zijn, lopen gaat niet meer.

Ik pakte de plakjes zelfgebakken cake uit. We aten en kletsten wat. Nou ja, ik schreeuwde. Oom is doof.

Oom was 18 toen hij als leerling-horlogemaker naar Drachten ging. ‘Voutn bie aander onder toavel’, had zijn vader gezegd. De baas had een hond en de hond hoorde bij de leerling. Dus oom aan de wandel. Binnen drie dagen wilde hond alleen nog maar met oom. Hij vertelde met glans in zijn vochtige ogen. Thuis geen hond gewend, en toch…

‘Mijn opa had ook een hond, zei hij. Tenminste…’, en zijn ogen dwaalden, alsof hij zijn gedachten afzocht naar iets herinnerbaars. ‘Ja, volgens mij had opa een hond. Maar wie kunnen we het nog vragen? Ze zijn er allang niet meer.’ Hij sprak licht, was soms de draad even kwijt, begon opnieuw.

Tante kwam. Ze was wezen bloemschikken. Ze vond ’t niks, maar het ging om het zijn, zei ze. En het was druk, de hele zaal zat vol. Ze schoof het product van zich af, in de vensterbank. Ze vond het niks.

‘Lekker, de cake bewaar ik voor vanmiddag’, zei ze. ‘Leg maar op tafel, dan vergeet ik het niet.’

Reageren is niet mogelijk