PWC 2
Een dag later. Het dak is eraf.
Herman is er, met twee slopers. De slopers slopen, plank voor plank. Herman draagt ze naar de aanhanger. Wordt-ie opnieuw opgebouwd, vraag ik. Deels wel, zegt Herman, deels niet. De achterkant is verrot.
Met Tammo een rondje langs het veld. Er is veel te ruiken voor hem, op het bevroren gras. Het sist en kleppert af en toe in zijn neusgaten. Hij heeft het er druk mee en houdt zich weinig bezig met de andere kant van de lijn. Sterk is-ie dan, als hij een geur in de neus heeft en van geen wijken weet.
Van de dug-out zijn alleen de pluggen in de fundering nog zichtbaar. Het busje met de aanhanger heeft al heel wat gereden en gedraaid, de sporen lopen diep door het gras. Als er weer een plank losgetrokken wordt piept en kraakt er wat. Verder is het stil. Koud en stil.
We gaan maar weer, het is te koud om te blijven staan. En de slopers werken door. Morgen maar weer eens kijken.
Reageren is niet mogelijk