Berichten door wouter

Prora

hondjes

hondjesDeze hondjes werden in de negentiende eeuw in aardewerkfabriekjes in het Britse graafschap Staffordshire geproduceerd.
Veel illegale bordelen in Britse havensteden schijnen er als dekmantel een porseleinwinkel op na gehouden te hebben. In de vensterbank bij de dames stonden twee hondjes voor de gesloten gordijnen. Stonden de hondjes met de neuzen naar elkaar dan was dat voor de geïnteresseerden een teken dat de dame beschikbaar was. Na hun bezoek aan de dames namen veel zeelieden een setje hondjes mee naar huis als souvenir. Moeder de vrouw zette de pronkstukken op een ereplaats, op de schoorsteenmantel of voor het raam wat vader natuurlijk geen goed idee vond.
Bijnamen zijn: schoorsteenmantelhondjes, kasthondjes, schippershondjes en hoerenhondjes.
Bij mijn grootouders stonden ze inderdaad op de schoorsteenmantel. Mijn oma had ze geërfd van haar grootouders (mijn betovergrootouders), die schippers waren…
Voor mij is een extra bijzonder detail dat die betovergrootmoeder Elisabeth geboren is in Westernieland (in 1839). Haar ouders en grootouders liggen hier begraven. Toen wij ons huis kochten wisten we dat niet. Mijn nichtje in Eindhoven kwam de hondjes tegen toen haar ouders overleden waren. Ze dacht: ik weet niet waarom, maar die hondjes moeten naar Wouter. Sinds kort zijn ze in Westernieland. Ze staan in de vensterbank. Voor alle duidelijkheid: met de rug naar het glas gekeerd.

akker

Gisteren las ik, in alle rust en met aandacht, nog eens onze mailwisselingen door. Ik genoot weer van zijn compacte, humorvolle taal. Daarin vonden we elkaar En ik voelde ook weer de onhandigheid, soms. Niet weten hoe het moest. Hij niet, ik niet.

Vandaag hebben we hem begraven. Met warme woorden, met tranen van verdriet en onhandigheid. Begraven zoals dat gaat op een dorp: van de kerk naar de akker. En naar het café. Het was mooi, respectvol. Het regende zacht.

ik zou…

Ik zou een verhaaltje kunnen schrijven

over een lange regenachtige en winderige autorit, na een inspirerend maar ook wel vermoeiend weekend. Dat je, op weg naar huis, onderweg even uitstapt en bij lieve vrienden een hapje gaat eten, en helemaal aan dat hapje eten toe bent.

Over één voet buiten de auto, voorzichtig neerzetten in de berm, en dat je schoen dan net iets dieper wegzakt in de modder, en dat die modder net wat soppiger aanvoelt dan je had gedacht, en dat je eigenlijk al een beetje spijt hebt, want je mooie suede schoenen zijn nu al niet zo mooi meer, en de modder komt tot boven de rand van de zool, op het zachte kwetsbare leer.

En dat dan, tussen het gekletter van de regen en het geraas van de bomen in de wind, een hoog tsjilpend geluid tot je doordringt en je langzaam maar onontkoombaar doorkrijgt dat je onder een boom staat met 10.000 spreeuwen. En dat die modder geen modder is maar een dikke laag spreeuwendrek. En dat dat dus is wat aan je mooie suede schoenen zit. En dat je het ook ineen begint te ruiken, een merkwaardige allesdoordringende mengeling van zoet en ammoniak. En dat je ziet dat je auto al snel van kleur verandert. En van substantie. En niet alleen je auto…

En dat er dan mensen naar je toekomen die zeggen: ik zou mijn auto hier niet neerzetten.

En dat je dan weer in die drek moet stappen om in de auto te komen
en dat die geur inmiddels ook ín de auto zit
en aan je trui en aan je schoenen.

En dat je op de terugweg af en toe aan het zakje muffins ruikt dat je van je vrienden hebt meegekregen, omdat je niet weet hoe je anders die geur uit je neus krijgt. En dat je onderweg zou willen stoppen en die vieze schoenen weg zou willen gooien, uit de auto, en de automat ook, en alles wat er naar ruikt. Maar het is donker en je kunt het niet goed zien. En bovendien waait het hard en het regent pijpenstelen.

En dat je thuis de mat uit de auto gooit
in de regen, zomaar op straat
en je suede schoenen buiten bij de voordeur laat staan uit angst dat die geur ook in huis komt
en dat je, ook al is het midden in de nacht, nog een muffin opeet omdat die zachtzoete wintergeur tenminste helpt.
En dat je de volgende dag geen zin hebt om die schoenen schoon te maken want dan moet je weer aan die drek zitten
weliswaar met een borstel, maar toch.

Nou, zo’n verhaal.

En dat het dan ook echt gebeurd is
en dat de mensen dat ook geloven
en een beetje medelijden hebben, maar ook grinniken van de viezigheid
en de dommigheid
en dat ze dan toch de eerste dagen maar even geen muffin eten…

Kliertje

imageDe schildklier is een gek dingetje. Hij lijkt een beetje op een vlinder en zit, simpel gezegd, in je hals. Die schildklier doet een hoop goeds in stilte. Allerlei processen in je lichaam stuurt hij heel subtiel aan, elke dag, ieder uur, jaar in jaar uit, tot in iedere cel van je lichaam. Je zou kunnen zeggen dat-ie de thermostaat is van ongeveer alles wat je je maar kan voorstellen: je spijsvertering, hartritme en frequentie, emoties, stofwisseling, zenuwstelsel, groei en herstel, vocht- en vethuishouding, spieren en gewrichten, denkprocessen, lichaamstemperatuur, enz. Bijzonder he? Stel je voor dat die schildklier een beetje in de war is. Dat-ie te enthousiast is, of te sloom. Dan raak je helemaal compleet van slag. Dan gaat er van alles in je lichaam veel te snel of veel te langzaam. Op al die fronten die ik net noemde tegelijk. En zo goed als die schildklier van nature zijn werk doet, zo goed kunnen wij het nooit namaken met een pilletje. In Nederland hebben tussen de 500.000 en 1 miljoen mensen een ontregelde schildklier. Die mensen zijn voortdurend van slag. Ook al zijn ze soms al jaren op weg naar goede medicatie, helemaal goed wordt het nooit. Soms zomaar om niks worden ze veel te druk. Of veel te sloom. En dan duurt het maanden om weer een beetje in balans te komen. Waarom ik dit zo uitleg? Ik ben één van die mensen.